Gemeentelijk monument
Kromhout 93
3311 RE Dordrecht
|
Na de Sint Elisabethsvloed van 1421 werd het verdronken land rond Dordrecht in fasen teruggewonnen. Het buitengebied werd bedijkt en opnieuw in gebruik genomen. De structuur van het gebied werd sterk bepaald door de Noordendijk in het noordoosten, de dwars daarop gerichte Groenedijk, en meer naar het zuidwesten de Blekersdijk. Geheel in het westen was ook de huidige Hoge Bakstraat onderdeel van het dijkenstelsel. Deze dijk was al in het midden van de 16e eeuw lineair bebouwd. Langs het water van de met sluizen afgesloten stadsbuitengracht of Spuihaven ontwikkelde zich in de 18e eeuw een smalle strook met nijverheid, waaronder veel scheeps- en timmerwerven waren gevestigd. De straatnamen komen terug in het Kromhout en de Hellingen.
Vanaf 1860 begon de ontwikkeling van het noordoostelijk gedeelte van de 19e eeuwse schil op gang te komen. Met behoud van oudere structuurelementen als de Noordendijk, Groenedijk, Kromhout, St. Jorisweg en de Vrieseweg werd het gebied snel bebouwd. Secundaire structurele elementen als het Matena’s pad en het Kasperspad werden opgewaardeerd tot straten. Tussen 1885 en 1890 ontstond bebouwing, veelal in de vorm van hofjes, van een matige kwaliteit in een hoge dichtheid. Tussen de bebouwing van een matige kwaliteit in een hoge dichtheid werden ook woonhuizen voor de middenklasse gebouwd.
Bouwgeschiedenis Kromhout 93
De beroemde Dordtse dirigent Willem Kes Azn. (1856-1934) had een oudere broer, die de eigenaar van dit huis wordt. Adrianus Stoffel Kes Jr. Azn. (1848-1923), die samen met zijn vader een winkel in boter en kaas runt aan de Voorstraat op de zuidelijke hoek van de Steegoversloot, koopt in 1895 twee stukken grond aan het toen nog genaamde Lange Kromhout. Daarop staan een pakhuis en een bergplaats, die gesloopt moeten worden. Hij koopt het van touwslager en kunstliefhebber Cornelis Gerardus ’t Hooft Gzn. (1791-1871) die ook medeoprichter en directeur van het Dordrechts Museum is. Adrianus wil daar voor zichzelf een nieuw villa-achtig woonhuis laten bouwen waarvoor hij de architect Cornelis van den Hoogenband Czn. (1867-1949) opdracht geeft. Deze krijgt de bouwvergunning in april 1896. De aannemer, zijn aangetrouwde neef Joost Rijkhoek Jzn. (1864-1942), gaat aan de slag, en in hetzelfde jaar is de villa gereed. Bouwtekening voorgevel uit 1895
Beschrijving monumentenlijst (verkort)
Het pand is voltooid in 1896 in een eclectische bouwstijl. Vrijstaand woonhuis in één bouwlaag met kap en vrijstaande achterbouw in één bouwlaag met kap en bijgebouw.
Het vrijstaande gebouw in één bouwlaag met kap betreft een koetshuis dat mogelijk omstreeks 1910 is gebouwd. Het is geheel opgetrokken in hout met een gevelbeschieting in houten delen. Bouwtekening 1898 van het koetshuis
Eigenaren
Publicaties
Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.
|