Gemeentelijk monument
 
Toulonselaan 11
3311 LT Dordrecht
 
 
 
 
De locatie van het huis
Nadat in 1859 concessie is verleend voor spoorlijn Rotterdam-Dordrecht-Breda werd in 1865 het tracé vastgesteld en gestart met het onteigenen van de benodigde gronden. De spoorlijn sneed een aanzienlijk deel van het grondgebied van de gemeente Dubbeldam af. In 1871 werd dan ook besloten de Dubbeldameweg van de Singel bij het voormalige Krooswijk (een herberg) tot de spoorweg bij de gemeente Dordrecht te voegen. Omstreeks 1900 wordt de Toulonselaan aangelegd ter ontsluiting van het achterliggende gebied. Omstreeks 1880 draagt het 'Comité tot stichting van een park te Dordrecht' de zogenaamde Karremansweide voor als locatie om een park aan te leggen.
 
 
Het gebied was gemeente eigendom, maar de gemeente was om financiële redenen niet bereid het gebied beschikbaar te stellen voor een park. Nadat tegenover de Karremansweide het Merwesteinpark tot stand is gekomen vraagt de gemeente in januari 1887 aan het bestuur van de Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst om een advies te geven over de inrichting van de Karremansweide. 
Een ontwerp wordt gemaakt door de architect H.P. Berlage, civiel ingenieur L.J. Eijmer en de Dordtse architect H.W. Veth. Het plan wordt na een aantal wijzigingen overgenomen. Vanaf 1890 worden de kavels aan particulieren en kleine ontwikkelaars verkocht. 
 
 
Monumentenlijst

Het huis is in 1902 gebouwd. Het pand is van cultuurhistorische waarde als uiting van de sociaaleconomische en maatschappelijke ontwikkeling van Dordrecht, waarbij in dit gedeelte van de negentiende-eeuwse schil onder andere woningbouw voor de hogere klasse werd gerealiseerd. Het is van architectonische waarde omdat de architectuur van het object een gaaf en herkenbaar voorbeeld is van een kenmerkende cultuurhistorische ontwikkeling in de bouwkunst. De architectonische opzet van het object is karakteristiek voor de bouwstijl.

Het object is nauwelijks gewijzigd, waardoor de cultuurhistorische- en architectonische waarden goed bewaard zijn gebleven Het object vormt de hoek van een ensemble met twee openbare zijden en is daardoor van groot stedenbouwkundig belang. In architectonisch, stedenbouwkundig en bouwkundig opzicht bezit het object zeldzaamheidswaarde.

Klik hier Voor de volledige beschrijving op de monumentenlijst.

Eigenaren
1902
 
Roelof Stempels, kassier en commissionair in effecten
1920
Hendrik Jacob van der Rest, ijzerhandelaar
1946
 
Elisabeth Geertje Bode, weduwe van Hendrik Jacob van der Rest
1964
 
Hendrik Jacob van der Rest jr., Eliza Gerard van der Rest en Willem van der Rest
1965
Willem Jan Bakker, pensionhouder
 
Literatuur 

Arno de Grauw, Villa's en herenhuizen in de 19e-eeuwse schil Dordrecht 1830-1920, 2022.