Gemeentelijk monument
 
Riedijk 112
3311 TL Dordrecht
 
 
 
 
Geschiedenis
De naam 'Riedijk' wordt al in 1284 genoemd, wat suggereert dat de dijk al eeuwenlang een belangrijke rol speelt in de stad. De dijk beschermde Dordrecht aan de oostzijde en was de grens van de stad tot 1450. In de 14e eeuw breidde Dordrecht uit tot aan de Riedijk.
 
De dijk werd een belangrijke verkeersader en kroegen, tavernes en bordelen vestigden zich in de omgeving. Schippers die bij laag water niet konden uitvaren, zochten hier hun vertier. In 1589 werd aan het einde van de Riedijk de Riedijkspoort gebouwd. Deze poort markeerde de toegang tot de stad en was een belangrijk symbool van Dordrechts verdedigingswerken.De naam Riedijk verwijst mogelijk naar de rietgorzen die aan de voet van de dijk groeiden of naar het riet waarmee de dijken bekleed werden.In de 16e eeuw was de Riedijk een beruchte uitgaansbuurt met veel kroegen, tavernes en bordelen. De Franse soldaten trokken in 1795 via de Riedijkspoort de stad Dordrecht binnen. De poort is in 1833 afgebroken.
 
 
Monumentenlijst
Het pand is van cultuurhistorisch belang als voorbeeld van een voormalig woon-/bedrijfspand, gerenoveerd in 1976, in een gebied dat eeuwenlang bekend stond als schippersbuurt en waar veel havengerelateerde functies aanwezig waren. Het pand is van architectuurhistorisch belang door de traditionele voorgevel met de vermoedelijk in het eerste kwart van de 20e eeuw gewijzigde/toegevoegde winkelpui. Het pand heeft bouwhistorische waarde door de aanwezigheid van onderdelen van een ouder casco, waaronder sleutelstukken, consoles, balkagen en kapconstructie. Nader (bouw)historisch onderzoek zou gewenst zijn.
Klik hier voor de volledige beschrijving op de monumentenlijst.
 
 
In 1867 kocht de gemeente Dordrecht het pand van Johannes Thiemens, die er een grutterij in had. Daarvoor was het van broodbakker Gerrit Pulleman, die het in 1826 kocht van kleermaker Cornelis Mijwaard.
Het huis werd toegevoegd aan het bestand van het gemeentelijk woningbedrijf.
 
Bewoners
1811
Christoffel Visser
1823
Cornelis Mijwaard, kleermaker
1826
Maria de Knijp
1926
Jacob Roosendaal
1830
 
 
 
Maria de Knijp, winkelierster, Elizabeth Maria van der Kaa, Hendrika Holster, Hester van der Kaa, Anna van der Kuil
1840
 
 
 
Adriana van Berkel, Adrianus van Berkel, Anna Kuijl, Hendrina Maria Wilhelmina Hulst, Hester van Berkel, Maria Knijp
1849
 
Johannes Albertus Eichoven, blikslager, Maria Zoethout
1854
 
A. van Berkel, bakker, J.A. Echhorn, blikslager
1856
B. Kool, zeeman
1865
E. Kool, zeeman
1868
 
G.J. te Veldhuis, timmerman, koopman, aannemer
1879
 
J.G. Versteeg, sluiswachter, T. de Man, smid
1884
P. Hoebee, blok- en pompmaker
1893
C. van den Enden,, schilder
1908
C.J. van Willigen
1911
C. Weber
1913
 
C. Weber, H. Klerks, J.B. Klerks, Ph. Van Dalen
1922
C.J. van Willigen
1949
weduwe C.J. van Willigen
1967
J.E. van Willigen-Laarman
1967
Willem Lischer
1978
Nicolaas A.J.M. Duinisveld, architect
1979
Jan K.H. Schipper
1981
Jan E. Stal, Hiltjo G. Kaput
1983
Julia M. Machado Ribeiro
1984
Cornelis Zilverschoon