|
Rijksmonument
Korte Breestraat 20 3311 ND Dordrecht 'In den Visscher'
|
 |
|
Bouwgeschiedenis
De Korte Breestraat, die in vroeger tijden de Nieuwe Bree(d)straat werd genoemd is in 1611 op de grond van het Heilig Sacramentsgasthuis en het Minnebroedersklooster aangelegd. De eerste percelen werden in 1611 verkocht, waarbij het 22e perceel is aangekocht door een viskoper, met de verplichting om op het erf een huis te bouwen. En zoals we aan de nu ruim 400 jaar oude gevelsteen kunnen zien heeft hij dat gedaan. Hij noemde zijn woning dan ook ‘in den Visscher’.
 Op de vlucht
De voorgevel is 'op de vlucht' gebouwd. Dit is het doelbewust voorover laten hellen van de (voor)gevel van een bouwwerk. Vooral in de zeventiende en de vroege achttiende eeuw was dit een zeer gebruikelijke bouwwijze. Mogelijk is het een overblijfsel van de middeleeuwse houtbouwconstructie. Daarbij werd vaak de eerste verdieping met overstek ten opzichte van de begane grond gebouwd om daar inwatering te voorkomen. Een andere denkbare verklaring voor deze bouwtrant is dat het het hijsen van goederen naar de zolder vergemakkelijkt. Mogelijk speelde ook het esthetisch effect een rol: het vooroverstaan van de gevel maakt hem optisch indrukwekkender.
Monumentenlijst
In den Visser. Pand met gewijzigde trapgevel, een zogenaamde Dordtse gevel met muurankers en in het zoldervenster roedenverdeling stijl XVIII. Gevelsteen met reliëf en opschrift. Fraai gebouw van eenvoudige, doch harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde.
Dordtse gevel
De Dordtse gevel is een typische gemetselde gevel die in de periode 1584 tot 1798 in relatief grote aantallen werd gebouwd in Dordrecht. De gevel heeft een aantal specifieke kenmerken zoals een trapgevel, bogen boven de ramen op de 1e – en zolderverdieping en zijn ze versierd met gebeeldhouwde kopjes. De Dordtse gevel is op 30 januari 1584 ontstaan. Deze datum is zo nauwkeurig vast te stellen omdat op die datum een nieuwe keur van het metselaarsgilde van kracht werd. Nieuwe metselaars die lid wilde worden van het Metselaarsgilde moesten als meesterproef een huis of een bepaald type gevel metselen. In het keurboek werd vastgelegd waar het huis of gevel aan moest voldoen. In de meesterproef van de gevel is het prototype van de Dordtse gevel te herkennen. In de 17e en 18e eeuw is dit geveltype bijna niet veranderd.
De twee oudste nog bestaande Dordtse gevels zijn: het Huis De Sleutel aan de Groenmarkt 105 uit het jaar 1584 en De Rozijnhof aan de Voorstraat 282 uit het jaar 1590. Na de Franse revolutie en de bezetting van Holland door Napoleon worden in 1795 de gilden afgeschaft. Hiermee kwam ook een eind aan de meesterproeven en daarmee de Dordtse gevel. Van de ruim 150 Dordtse gevels die er ooit waren zijn er nog zo’n zestig over.
 Eigenaren
|
|
1611
|
Gerrit Goossensz. Ham, visser
|
|
1644
|
Jan Jansz. Wacker, visser
|
|
1647
|
Laurens van Duijnen, viskoper en erfgenamen
|
|
1717
|
Johanna Hagens, weduwe Abraham Marschal
|
|
1727
|
Jan van Attenhoven, korenmeter en Maria Kellenaer
|
|
1739
|
Justus Marcel, zilversmid en Johanna van Heijst
|
|
1750
|
Wijntje Marsel en erfgenamen
|
|
1802
|
Willem Kimijzer, predikant en Arnoldina Wouterina van der Molen
|
|
1829
|
Pieter Knikman, scheepsslijter
|
|
1832
|
Emanuël Blauw, stoffenverver en Catharina Meijer
|
|
1849
|
Pieter Hulst, smid
|
|
1875
|
Gommarus Raijmaakers, smid
|
|
1900
|
Adrianus Norbertus Raijmaakers, smid en erfgenamen
|
|
1975
|
Hendrik Johannes Mellegers, fietsenmaker
|
|
1991
|
Gerardus Henricus Dielessen, houthandelaar
|
|
2018
|
Rudolf Mol
|
