Rijksmonument

Mattensteiger 3-4
3311 BL Dordrecht
 
 
 
 

Inleiding

Op basis van een in 2008 uitgevoerd archeologisch onderzoek kan gesuggereerd worden dat de kademuur rond begin 14e eeuw hier al lag ter hoogte van de achtergevel van het huidige pand Wijnstraat 134 (Croonenburch). Wanneer we dit doortrekken dan zou de 14e–eeuwse kade ter hoogte van de Mattensteiger vermoedelijk ongeveer ter hoogte van het midden van de huizen aan de Wijnstraat gelegen zijn. In deze oudste bouwfase lag de locatie van het huidige pand Mattensteiger 1 dus nog in het water van de (Wijn)haven. De oudste, middeleeuwse bakstenen huizen stonden vermoedelijk met hun achtergevels in de haven en hadden geen achtererf.

 

Begin 17e eeuw is hier ter uitbreiding van het woon- en erf-areaal een tweede kademuur aangelegd, circa 4-5 m. in de haven. In deze uitbreidingszone zijn muren, goten, een trap, vloer en een oven aangetroffen die behoren tot uitbreidingen of nieuwbouw van de huizen op deze percelen. Ook deze huizen stonden met hun achtergevel aan havenzijde. [1]

 

 

In de Middeleeuwen kon men niet achter de huizen in de Wijnstraat heenlopen, wel was er een steiger, de Mattensteiger ook wel Mattenstijger genoemd. Door gebrek aan plaatsruimte voor de talrijke beurtschepen ging men de Mattensteiger met de kade naast het zogenaamde ‘Gat van de Marktschuit’ verbinden. Later werd de houten steiger vervangen door een kade en werd de naam veranderd in Mattenkade.

 

De steiger moest de Oude Haven vanaf de Wijnstraat bereikbaar houden. In de loop van de eeuwen is er aan deze huizen veel verbouwd. Vanaf de late 19e eeuw worden de huizen aan de Mattensteiger minder goed onderhouden.  Ze raken meer en meer verwaarloosd. Vanwege de hoge kosten stranden in de jaren tachtig diverse pogingen om de inmiddels vervallen huizen te restaureren. Na verkoop aan een particuliere ontwikkelaar konden tussen  ‘96 en ’98 de plannen voor restauratie en verbouwing eindelijk uitgevoerd.


[1] Marc Dorst. Dordrecht Ondergronds 138 (2022)

 

Geschiedenis

De Mattensteiger bestaat al sinds mensenheugenis uit drie kleine woninkjes en een L-vormig hoekpand. De steiger moest de Oude Haven vanaf de Wijnstraat bereikbaar houden. Het pand aan Wijnstraat/ Mattensteiger 5 kende vele bestemmingen zoals koetshuis en stalling, azijnfabriek, zouterij en machinefabriek. In 1801 krijgt een weduwe toestemming om het naastgelegen woninkje aan de steiger in te richten tot kleuterschool.

Een bouwtekening uit 1876 laat zien dat er een nieuwe kap geplaatst wordt en de woonruimte vergroot. Het waren met name schippers die door de eeuwen heen de panden aan de steiger bewoonden. Wezenlijk verschil ontstond in 1956 toen de Mattenkade werd verbreed en de huizen beter toegankelijk. Aan het eind van de 20e eeuw besloot de gemeente tot grootschalige restauratie van de Rijksmonumenten. 

Monumentenbeschrijving: 
Gebouw van eenvoudige doch harmonische en van oudheidkundige waarde. pand (XVIII?) met zadeldak. aansluitend achter Wijnstraat 62-66.
 
Eigenaren
   
  Mattensteiger 3
1633 Arijen Corstiaensz., schipper
1664 Hillegont Henricxdr. Rootmardinck 
1678 Willem Keij en erfgenamen, schipper
1726 Gerrit Obbens de Heer, schipper
1763 Johannes Heijblom, grondeigenaar
1777 Willem Kouwens en Teuntje van Muijen 
1832 Frederik Cornelis Déking Dura, reder 
1850 Egbertus Ekke Korll, pakhuisknecht
1904 Willem Frederik Groesbeek, spekslager
1944 
Theodorus Simon Tielenburg, markiezenfabrikant
1974 Huibert Kooijman, directeur
1977 Aannemingsbedrijf Rheims
   
  Mattensteiger 4
1610
Gerrit (Geraerd) Stouten, schipper
1624
Claas Jansz. Pauwe(n)steijn, schipper
1698
Huijbert Dilla en Cristina Pauwesteijn, schipper
1708
Gijsbert Beudt, commies en kassier WIC
1735
Hendrik Braets, dijkgraaf
1777 
Elizabeth Philippina van Slingelandt, particuliere
1790 
 
Barthout van Slingelandt, burgemeester, raad en schepen
1822 
 
Cornelia van der Loo, weduwe Reijmerinck, schooljuffrouw
1833
Maria Stobbé, particuliere
1834
Lena Maria van der Kaa, particuliere
1859
Jacobus Lauwerens Bossij, timmerman
1874
Hermanus Riethoff, rijksambtenaar
1878
Jacob Gerrit van Overbeek, azijnfabrikant
1899
Pieter Arenoe, azijnfabrikant
1920
Elisa Maria Franzen, winkelierster
1927
Louis Hendrik Gelissen, reder
1944
Thomas Gijsbertus Breeden, botenverhuurder 
1960 
 
Cornelis Evers & Willem van der Starre, fabrikant en bedrijfsleider 
1961  Adrianus Leonardus den Ridder, autohandelaar
1978 Handel- en Exploitatiemij. Bemij 
1989 Gemeente Dordrecht
1998 Jan H. Lagendijk en G.M.E.M. Matze
2007 Hans Spigt en Esther Lammers 
 

Literatuur 

Albert van Engelenhoven, Dordtse huizen in bouwhistorisch perspectief (1998)

Angenetha Balm-Kok, Wonen aan de Mattensteiger (2024)