Rijksmonument
 
Varkenmarkt 25
3311 BR Dordrecht
 
 
 
 
 
Ontstaan Varkenmarkt
In de eerste helft van de 17-e eeuw werd de varkenmarkt van het einde van de Vriesestraat hierheen verplaatst en verschafte zo een naam voor deze rond 1590 bebouwde straat - in 1590 nog gewoon "nieuwe strate" genoemd. De naam Veemarct kwam ook voor; uit de vermelding van 1643 blijkt dat er behalve varkens ook kalveren verhandeld werden. In 1674 komt een vermelding als Snellaart Duijkstraat voor. Snellaart Duijk was schepen tussen 1410 en 1432. We hebben hier vermoedelijk te maken met een van de zeldzame gevallen van officiële naamgeving in de 17e eeuw. De officiële naam moest het tenslotte afleggen tegen de volksnaam Varkenmarkt.
In 1856 werd een joods gemeenschapscentrum geopend op de Varkenmarkt. Daarin was een synagoge gevestigd, een school en een ruimte voor andere activiteiten.
 
Monumentenlijst

Pand met puntgevel (XVIII). Gebouw van eenvoudige doch harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde.

Bouwhistorie
Gelet op de datering van de gevel is het aanneemlijk dat de bouwer de toenmalige eigenaar Bastiaan Marcusse was. Marcusse was 'huijstimmerman' van beroep. Hij kocht het pand in 1695 en had het tot 1742 in zijn bezit. Vermoedelijk heeft hij in die periode de voorgevel vernieuwd. Tot in de 19e-eeuw had het pand een achterhuis, dat uitkwam op de Knolhaven (thans Knolhaven 18). 
 

In de gevel van het vroegere achterhuis Knolhaven 18 bevindt zich een gevelsteen met het jaartal 1773 en in het midden een letter H, met daaromheen de letters CVN. Aan weerszijden zien we gestileerde bloemen en onderin de tekst de Vergulde H. De gevelsteen is afkomstig uit een voorganger van het pand dat er nu staat. Een foto uit 1933 toont de gevelsteen in de vroegere gevel. 

In 1772 kocht Cornelis Vernes het huis met het achterhuis op de Knolhaven. De letters C V N zullen zijn initialen zijn.  De gevelsteen moet ouder zijn, want in 1670 wordt huis De Gulden H op de Varkenmarkt al genoemd. Het is dan eigendom van Anthonia van Slingelandt, weduwe van Henrick Labeen, die het toen verhuurde. De letter 'H' staat mogelijk voor de eerste letter van de voornaam van haar overleden echtgenoot. 
Het is denkbaar dat de gevelsteen zich oorspronkelijk aan de voorzijde van het huis (aan de Varkenmarkt) heeft bevonden en bij de herbouw van de voorgevel of bij de wijziging van de onderpui is verplaatst naar het achterhuis.

Waarom Cornelis Vernes de gevelsteen heeft voorzien van het jaartal 1772 en zijn initialen is onduidelijk. Het zou kunnen zijn dat hij in dat jaar het achterhuis heeft vernieuwd.

Eigenaren
voor 1670
Hendrick Labeen, wijnkuiper
1695
Bastiaan Marcusse, huijstimmerman
1742
Jan Boomer (ook Bomius)
1772
Cornelis Vernes, molenmaker
voor 1832
Willem van der Maaden, winkelier
voor 1841
 
Jan Hendrik de Ruijter, ontvanger van de Stadshal
1843
 
 
Nicolaas Faassen, ontvanger, Nicolaas Lipjes, heel- en vroedmeester, erven Hendrik Dirk van Hoogstraten, koopman
1868
Jan van den Heuvel, visverkoper
1910
 
Johannes Hendrik van Hoven, timmerman en aannemer
1925
Pieter de Vogel, waterstoker
1936
Paulus Nouwen
1950
Pieter Joris van Tol, koopman
1982
Maria Grootenboer, wed. Pieter Joris van Tol
2006
Niels Hatzmann