De Korte Geldersekade, vroeger bekend onder de naam Gelderse Dwarscaeij, dankt haar ontstaan aan het graven van het Maartensgat in 1647, toen de Nieuwe Haven ten gerieve van de graanhandel ook westwaarts tot de Bom werd doorgetrokken. Het Maartensgat is vernoemd naar de aannemer Maerten Gillisz van der Pijpen. Aan het Maartensgat verrezen graanpakhuizen, maar het werd voor enkele rijke kooplieden een aantrekkelijke plek om te wonen. De stadsmuur, die oorspronkelijk voor de kerk langs liep, werd ooit uitgebreid langs de Korte Geldersekade. De naam verwijst naar de aanlegplaats van beurtschepen op Gelderland.
|
|
Beschrijving monumentenlijst
Bouwstijl eclecticisme met invloeden van het classicisme. Het pand is van architectuur-historisch belang door het ontwerp en de detaillering van de voor- en achtergevel in eclectische stijl. Het is van bouwhistorisch belang door de aanwezigheid van de oude bouwmuren en het vermoeden van een ouder casco. Het pand heeft ensemblewaarde door de relatie met het tegelijkertijd gebouwde Korte Geldersekade 6. Opvallend is de voorgevel, welke is voorzien van licht roodbruine baksteen in kruisverband met vernieuwd snijvoegwerk en het hoofdgestel, bestaande uit een gepleisterde architraaf (sierlijst) en fries, waarboven een geprofileerde houten kroonlijst op geornamenteerde consoles voorzien van vrouwenhoofdjes.
De dakkapellen zijn aan de voorzijden voorzien van pilasters (decoratieve zuilen) die een fronton (driehoekvormig) dragen.
De vier bouwlagen tellende achter topgevel is opgetrokken op de kademuur. De gevel is gepleisterd met een horizontale voegverdeling. Y-vormige ankers markeren de ligging van de balklagen. De gevel wordt beëindigd door het dakoverstek, waarvan het boeiboord is voorzien van een geschubde gedecoreerde onderrand.
Bouwgeschiedenis
De bouwgeschiedenis gaat terug naar het midden van de 17e eeuw. In september 1656 verkoopt de thesaurier van de stad meerdere lege erven aan het voormalige Papenbolwerck, alwaar Cornelis van Eijssel opdracht geeft tot de bouw vaneen statig dubbel graanpakhuis met een hoge bordestrap, pakhuis het Bolwerk. Daaronder bevond zich een deur die toegang gaf tot de kelder, waarin de wijnvoorraad van de Dordtse thesaurier - de stads schatkistbewaarder - lag opgeslagen. In het eerste kwart van de 18e eeuw werd als toegang een rijk versierde entree met kransen en strikken aangebracht.
Deze deur is in 1871 al door de Dordtse kunstenaar Johannes Rutten opgevallen en in een tekening vastgelegd. Vrijwel alles wat Dordrecht aan monumentale zaken bezat, heeft hij getekend of geschilderd. Rutten protesteerde, evenals zijn vriend Simon van Gijn, tegen de afbraak van de vele poorten en gebouwen die toen al een monumentale status hadden. Die entree was dermate zeldzaam, dat de kunstschilder Bas Veth de deur met deuromlijsting in 1893 redde van de sloop en schonk aan het museum van Vereniging Oud-Dordrecht, opgericht door Bas Veth, bankier Simon van Gijn en stadsarchivaris Jacob Cornelis Overvoorde in 1892. Tegenwoordig is deze deur te bewonderen in gebouw De Waag, bij de ingang van de bewaard gebleven middeleeuwse kelder van het huis Scharlaken. In 1894 wordt het pand verbouwd tot twee woonhuizen.
|
Deur met omlijsting afkomstig uit de in 1893
gesloopte gevel aan de Korte Geldersekade
|
|
|
Eigenaren
1656 – 1700
|
Cornelis van Eijssel, koopman, vishandelaar, thesaurier
|
1700 – 1710 |
Pieter Francken, koopman |
1710 – 1712
|
Matthijs van der Sande, beurtschipper
|
1712 – 1749
|
Johan Saeijer, wijnkoper
|
1749 – 1777
|
Hendrik Koeijmans, wijnkoper en Anna Theresia Perquin
|
1777 – 1782
|
Gebroeders van Loon en van Mourik, cargadoors
|
1782 – 1805
|
Adriaan van Loon, koopman
|
1805 – 1812
|
Jeroen van Lelieveld, timmerman
|
1812 – 1830
|
Otto de Kat, beurtschipper, bankier
|
1830 – 1836
|
Pieternella de Kat
|
1836 – 1851
|
Wilhelmina Adriana Elisabeth ‘t Hooft
|
1851 – 1886
|
Herman de Kat van Barendrecht, bankier
|
1886 – 1913 |
Simon Bouman, agent, tapper, slijter |
1913 – 1941
|
Gerrit Bouman, directeur stoombootmaatschappij en Ida Bouman, kistenfabrikante
|
1941 – 1957
|
Simon van der Linden, bankbeambte en Adriana Hendrica Schüller
|
1957 – 1972 |
Arie Dubbeldam, stuurman grote vaart |
1972 – 1995
|
Jan Zaaijer, ingenieur, wethouder
|
1995 – 1998
|
Johannes Petrus Josef Brouwer, directeur
|
1998 – 2018
|
Pieter Cornelis van Houwelingen, assuradeur en Maria Elisabeth Catharina Rovers
|
2018
|
R. Vorst en E. Sprenger
|
|
|
|